Wat is een stofkamer?
Een stoftestkamer, ook wel zand- en stoftestkamer genoemd, is een precisielaboratoriuminstrument dat is ontworpen om natuurlijke, door de wind meegevoerde zand- en stofklimaten te simuleren. Het bootst de zware stoffige omgevingen na die producten in de praktijk kunnen tegenkomen door parameters zoals stofconcentratie (met behulp van materialen zoals silicaatcement en talkpoeder), windsnelheid, temperatuur en vochtigheid nauwkeurig te controleren in een afgesloten testruimte. Het belangrijkste doel is om de afdichtingsintegriteit en corrosiebestendigheid van een product te evalueren.

Voor welke producten wordt het gebruikt?
Vrijwel elk product dat aan buiten- of stoffige omgevingen wordt blootgesteld, vereist een stoftest:
Auto-industrie: koplampen, dashboards, connectoren, afdichtingen, luchtinlaatsystemen.
Elektronica en apparaten: smartphones, smartwatches, bewakingscamera's voor buiten, drones, laadstations voor elektrische auto's.
Militair en lucht- en ruimtevaart: Raketgeleidingssystemen, communicatieapparatuur, onderdelen van militaire voertuigen.
Verlichtingsindustrie: Buitenverlichting, straatverlichting, tuinverlichting.
Huishoudelijke apparaten: robotstofzuigers, buitenunits voor airconditioning.

Aan welke normen voldoet het?
Het ontwerp en de testprocedures van stoftestkamers voldoen strikt aan diverse internationale en nationale normen om betrouwbare en vergelijkbare resultaten te garanderen. De meest voorkomende normen zijn:
IEC 60529: Dit is de meest algemeen erkende norm die IP-classificaties (Ingress Protection) definieert. Specifiek moeten IP5X-tests (stofdicht) en IP6X-tests (stofdicht) worden uitgevoerd met behulp van een stoftestkamer.
GB/T 4208: De Chinese nationale norm, gelijkwaardig aan IEC 60529.
ISO 20653: Wegvoertuigen – Beschermingsgraden (IP-code) voor elektrische uitrusting in voertuigen.
MIL-STD-810G: De Amerikaanse militaire norm, methode 510.5, is bedoeld voor omgevingen met zand en stof en stelt extreem strenge eisen aan voertuigen en militaire uitrusting.
ASTM D4214: Norm van de American Society for Testing and Materials.
Hoe wordt de machine gekalibreerd voor nauwkeurigheid?
Regelmatige kalibratie is essentieel om de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van testresultaten te garanderen. Kalibratie wordt doorgaans uitgevoerd door geaccrediteerde externe metrologieorganisaties en richt zich op verschillende belangrijke gebieden:
Kalibratie van de stofconcentratie: met behulp van een precisiebalans wordt het stof gewogen dat gedurende een bepaalde periode is verzameld. Vervolgens wordt de stofconcentratie in de kamer berekend en aangepast om aan de standaardvereisten te voldoen.
Windsnelheidskalibratie: met behulp van een gekalibreerde anemometer wordt de windsnelheid op meerdere punten in de kamer gemeten. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de windsnelheid uniform en stabiel is op de ingestelde waarde (bijv. ≥1,5 m/s zoals vereist door veel normen).
Temperatuurkalibratie: een standaardtemperatuursensor in de werkruimte plaatsen en de weergegeven temperatuur in de kamer vergelijken met de werkelijke temperatuur. Vervolgens worden eventuele afwijkingen gecorrigeerd.
Kalibratie van drukverschillen: Voor IP5X- en IP6X-tests moet een specifieke negatieve druk worden gehandhaafd tussen de binnen- en buitenkant van de kamer. Het kalibreren van dit drukverschil met een micromanometer is een cruciale stap.
Inspectie van het zeefgaas: controleren of het gaas dat wordt gebruikt voor het afvoeren van stof, voldoet aan de opgegeven maaswijdte, en of de deeltjesgrootteverdeling van het stof correct is.
a) De werkruimte van de stofmeetapparatuur is verdeeld in een bovenste, middelste en onderste laag. De middelste laag loopt door het geometrische middelpunt A van de werkruimte. Meetpunten bevinden zich in de bovenste, middelste en onderste laag.
b) De meetpunten worden aangegeven met de symbolen O, A, B, C, D, E, F, G, H, J, K, L, M, N.
c) Meetpunten voor de relatieve vochtigheid worden aangegeven met de symbolen Oh, Dh, Hh, Lh.
d) Het aantal en de plaatsing van de meetpunten voor windsnelheid en stofconcentratie zijn exact gelijk aan die van de temperatuurmeetpunten.
e) Meetpunten E, O, Oh en U bevinden zich respectievelijk in de geometrische middelpunten van de bovenste, middelste en onderste laag. De afstand van andere meetpunten tot de binnenwand van de apparatuur bedraagt 1/6 van de lengte van de betreffende zijde, maar de maximale afstand mag niet groter zijn dan 500 mm en de minimale afstand mag niet kleiner zijn dan 50 mm.
f) Wanneer het volume van de stoftestapparatuur kleiner is dan of gelijk is aan 2 m³, zijn er 9 temperatuurmeetpunten en [hier bedoeld aantal] relatieve vochtigheidsmeetpunten. De plaatsingsposities zijn zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding: Schematische weergave van de plaatsing van temperatuur- en vochtigheidsmeetpunten wanneer het volume van de stoftestkamer kleiner is dan of gelijk is aan 2 m³.

g) Wanneer het volume van de stoftestkamer groter is dan 2 m³, zijn er 15 temperatuurmeetpunten en 4 relatieve vochtigheidsmeetpunten. De plaatsingsposities zijn zoals weergegeven in het schema van de plaatsing van temperatuur- en vochtigheidsmeetpunten voor stoftestapparatuur met een volume groter dan 2 m³.

h) Wanneer het volume van de stofmeetapparatuur kleiner is dan 0,05 m³ of groter dan 50 m³, kan het aantal meetpunten naar behoefte worden verminderd of verhoogd. Afhankelijk van de test- en kalibratiebehoeften kunnen aanvullende metingen worden toegevoegd op verdachte punten binnen de werkruimte van de stofmeetapparatuur.



